Informatie- en onderzoeksplicht Energiebesparing
Volgens de Omgevingswet moeten bedrijven energiebesparende maatregelen treffen die zich binnen vijf jaar terugverdienen. Daarnaast gelden de volgende verplichtingen:
- Informatieplicht (sinds 1 juli 2019): U bent verplicht om via het e-loket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) te rapporteren welke energiebesparende maatregelen u heeft getroffen.
- Onderzoeksplicht (sinds 1 juli 2023): Voor zeer grote energieverbruikers (minimaal 10.000.000 kWh elektriciteit of 170.000 m³ aardgas per jaar) geldt aanvullend de verplichting om een energiebesparingsonderzoek uit te voeren.
De rapportages voor beide verplichtingen moeten uiterlijk 1 december 2023 zijn ingediend via het e-loket van de RVO.
Energiebesparende maatregelen en verplichtingen
Energiebesparingsplicht
- Bedrijven die meer dan 50.000 kWh elektriciteit en/of 25.000 m³ aardgas per jaar verbruiken, moeten energiebesparende maatregelen nemen die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend.
- U voldoet aan deze verplichting door de maatregelen uit de Erkende Maatregelenlijst (EML) te implementeren.
Informatieplicht
- Bedrijven moeten rapporteren welke maatregelen zij hebben getroffen, verdeeld over de categorieën Gebouwen, Faciliteiten, en Processen.
- Voor zeer grote energieverbruikers (10.000.000 kWh elektriciteit en/of 170.000 m³ aardgas) geldt dat alleen maatregelen voor Gebouwen moeten worden gerapporteerd.
Heeft u nog niet voldaan aan de informatieplicht? Gebruik het Stappenplan Informatieplicht van de RVO om te bepalen of deze verplichting op uw bedrijf van toepassing is.
Onderzoeksplicht voor zeer grote energieverbruikers
Bedrijven met een jaarlijks verbruik van meer dan 10.000.000 kWh elektriciteit en/of 170.000 m³ aardgas moeten een energiebesparingsonderzoek uitvoeren.
Wat houdt dit onderzoek in?
- Het in kaart brengen van energiebesparende mogelijkheden voor Processen en Faciliteiten.
- Het identificeren van onbenutte restwarmte, energiezuinige aandrijvingen en isolatiemogelijkheden.
- Een uitvoeringsplan om maatregelen binnen een termijn van vier jaar gefaseerd te realiseren.
Op de RVO-website is een standaardformat beschikbaar voor de rapportage.
Uitzonderingen op de informatieplicht
De volgende bedrijven zijn vrijgesteld van de informatieplicht:
- Bedrijven met een jaarlijks verbruik van minder dan 50.000 kWh elektriciteit en 25.000 m³ aardgas.
- Bedrijven die deelnemen aan de portefeuille-aanpak (afspraken op meerdere locaties).
- Geheel zelfvoorzienende bedrijven die alle energie duurzaam op locatie opwekken en geen energie van een net afnemen.
Let op: Bedrijven die onder de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED) vallen, blijven wél verplicht tot het voldoen aan de informatieplicht en onderzoeksplicht indien zij een zeer groot energieverbruik hebben.
Waarom is deze verplichting belangrijk?
De informatie- en onderzoeksplicht stimuleert bedrijven om bewust met energie om te gaan. Veel energiebesparende maatregelen verdienen zich binnen vijf jaar terug, waardoor investeren in duurzaamheid vaak kosteneffectief en zelfs kostenneutraal kan zijn. Bovendien draagt het bij aan een meer duurzame en toekomstbestendige bedrijfsvoering.
Veelgestelde vragen
Om het controlebezoek zo soepel en snel mogelijk te laten verlopen zorgt u ervoor dat:
- De toezichthouder de juiste persoon binnen uw organisatie spreekt. Bijvoorbeeld het hoofd van de technische dienst, de energiecoördinator of de verantwoordelijke voor het energieverbruik.
- De toezichthouder toegang heeft tot technische ruimtes van uw pand.
- Documenten klaarliggen, zoals onderhoudsrapporten van installaties en de energie- en gasrekening(en).
- U vooraf aangeeft op de erkende maatregelenlijst welke maatregelen al aanwezig zijn en welke u nog wilt treffen.
Ja, dit kan via een natuurlijk moment. Dat wil zeggen dat deze maatregel genomen moet worden op het moment dat u de verbouwing of andere werkzaamheden start. Dit geldt niet voor maatregelen met een zelfstandig moment, want die verdienen zich altijd terug. Een maatregel met een natuurlijk moment, zoals het aanschaffen van energie-efficiëntere apparatuur, mag u treffen als de bestaande apparatuur aan vervanging toe is.
De opgewekte energie die de inrichting terug levert aan het net, wordt niet meegerekend. Het gaat om het daadwerkelijke (bruto) energiegebruik. De meterstand is dus niet bepalend. Het totale energiegebruik van een bedrijf wordt berekend door de ingekochte energie en de zelf opgewekte energie op te tellen. Dat is ook logisch, want het gaat immers om de potentieel te besparen energie binnen uw inrichting. Meer informatie hierover vindt u op de website van infomil.
Alleen een toezichthouder van ODRA kan namens het bevoegd gezag uw inrichting controleren. Wel kan een energiescan u helpen bij het in kaart brengen van besparingskansen door maatregelen die niet in de EML opgenomen zijn (bijvoorbeeld omdat de terugverdientijd meer dan 5 jaar is). Ook kan een energiescan u helpen bij het voldoen aan de informatieplicht, waar u alle voor uw branche erkende maatregelen moet doorlopen. Daarbij is het wel belangrijk dat de energieadviseur bij het uitvoeren van de energiescan in ieder geval ook de EML voor uw branche gebruikt.
De drijver van de inrichting wordt als eerste aangesproken door het bevoegd gezag. Bij verhuurde gebouwen of gebouwen met meer gebruikers geldt in het algemeen dat de persoon die het in zijn macht heeft om de ‘overtreding’ te beëindigen aan te merken is als drijver. Dit is niet altijd vooraf vast te stellen. Het hangt vaak af van de inhoud van de huurcontracten. Meer informatie vindt u op de website van Infomil.
We kijken in zulke situaties altijd naar het gehele pand (en zullen dus met de verhuurder het controlebezoek plannen). Vervolgens bekijken we per maatregel wie de ‘overtreding’ ongedaan kan maken. Bij verwarming of isolatie is dat vaak de verhuurder, maar voor verlichting vaak de huurder. Kort gezegd past ODRA dan maatwerk toe, waarbij het uitgangspunt blijft dat het object als geheel wordt bekeken.
Er is sprake van één inrichting als er sprake is van tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben. Praktisch betekent dat in het geval van één bedrijf met meerdere vestigingen dat iedere vestiging apart gezien wordt als één inrichting. Het gaat in dat geval ook niet om het totale energieverbruik, maar om het verbruik per pand. Het kan dus zijn dat u meerdere inrichtingen drijft (en mogelijk dus ook meerdere energiecontroles krijgt). Voor de informatieplicht betekent het in ieder geval dat u per inrichting de Erkende Maatregelenlijst moet doorlopen. Meer informatie vindt u op de website van infomil.
Als het energieverbruik van uw woning gewoon onderdeel is van de energierekening van uw bedrijf dan telt ook dat verbruik mee. Als het verbruik van de bedrijfswoning apart wordt gemeten dan telt het niet mee. Overigens is het in de praktijk zelden zo dat door het energieverbruik van de woning af te trekken van het totaal de inrichting onder de grens van de energiebesparingsplicht komt (50.000 KWh en/of 25.000 m3 aardgas). Daarvoor is het verbruik van woningen vaak gewoonweg te laag.
Het is begrijpelijk dat u bij verhuisplannen voor uw inrichting anders kijkt naar de terugverdientijd van de Erkende Maatregelen. Onze toezichthouders denken in een dergelijke situatie altijd met u mee. Daarbij hanteren ze wel één belangrijke voorwaarde: u moet kunnen aantonen dat de verhuizing gaat plaatsvinden door een nieuw huur- of koopcontract te overleggen. Alleen uitgesproken voornemens zijn voor ons niet voldoende.
Afhankelijk van het type inrichting en de eigendomssituatie kunnen wij ook besluiten de energiecontrole uit te voeren met de verhuurder van het pand, zodat het voldoet aan het wettelijk minimum zodra de nieuwe huurder het pand betrekt.
Staat uw vraag er niet tussen?
Neem dan gerust contact met ons op via energie@odra.nl.